Saskia Pietersen Aguilar
22 Nov 2023
strategische rechtszaak en overwinning op het gebied van etnisch profileren
Op 18 oktober 2023 bezochten clinici PILP (Public Interest Litigation Project) en ontmoetten ze de directeur Jelle Klaas. PILP bestaat inmiddels al meer dan tien jaar en heeft sinds 1 januari 2023 haar kantoor in het gebouw van Amnesty International in Amsterdam. PILP is opgericht door de Nederlandse sectie van de International Commission of Jurists.
PILP is gespecialiseerd in strategische rechtszaken, dat wil zeggen: verder kijken dan specifieke gevallen om te overwegen hoe de wet kan worden gebruikt vanuit het perspectief van een mensenrechtenadvocaat om grotere groepen mensen in vergelijkbare situaties te bevoordelen. PILP was de eerste Nederlandse NGO die zich specialiseerde in strategische rechtszaken.
De heer Klaas legde uit dat strategische rechtszaken slechts één hulpmiddel zijn om ervoor te zorgen dat mensenrechten in de praktijk worden beschermd. Het mag alleen worden gebruikt wanneer het starten van een rechtszaak de zaak ten goede komt, namelijk de betrokken gemeenschappen, de mensenrechtenbeweging en de NGO's. Dit is belangrijk om te overwegen, aangezien rechtszaken geld, middelen en tijd kosten.
Procesvoering moet zo strategisch mogelijk worden benaderd, omdat er veel verschillende omstandigheden zijn om rekening mee te houden, zoals waar het kader aan de rechterkant in kwestie is, of de timing goed is, of de rechtszaak gebaseerd moet zijn op civiel of strafrecht, welke eisers u bij elkaar kunt krijgen, welke advocaten bereid zijn om aan deze zaak te werken. Men kan alleen naar de rechter stappen als men solide juridische argumenten kan presenteren. Daarom zijn er veel juridische, politieke en technische factoren om rekening mee te houden bij het bepalen of een rechtszaak de specifieke zaak ten goede zal komen.
Het is belangrijk om altijd eerlijk en open te zijn over de risico's van het starten van een zaak. Een voorbeeld dat dhr. Klaas gaf binnen PILP was een cliënt die vermeend institutioneel racisme door de Nederlandse belastingdienst wilde aanvechten. Het is echter vrijwel onmogelijk om argumenten van discriminatie binnen de belastingwetgeving in te brengen, omdat de staat een grote beoordelingsmarge heeft.
Vanuit een strategisch procesperspectief moet je betrokken raken bij zaken die een impact hebben die verder gaat dan de individuele zaak. Voor bewegingsadvocaten (die PILP momenteel vertegenwoordigt) is dit perspectief verschoven naar wat de beweging daadwerkelijk doet voor bepaalde rechten, wat de kwesties zijn waar maatschappelijke organisaties voor proberen te vechten. Er is een verandering in perspectief en aanpak, waarbij men ervoor kiest om zich te concentreren op bepaalde kwesties en analyseert hoe wij als advocaten hen kunnen dienen. Toch beslist PILP, als het gaat om technische aspecten, welke juridische tools het beste passen.
Dit is anders dan community lawyering, waarbij advocaten doen wat de gemeenschap van hen verlangt. Denk aan de anti-vaxxerscampagne tijdens de pandemie in Nederland. De beperkingen die de overheid invoerde, werden gezien als een beperking van hun mensenrechten. Een specifieke groep anti-vaxxers bracht deze visie naar voren via rechtszaken. De advocaten van deze groep presenteerden in elke rechtszaak in feite een pamflet waarin het standpunt van deze gemeenschap werd herhaald. Rechters zagen deze advocaten echter niet als juridische professionals, maar eerder als onderdeel van de beweging of als tolken die namens hun cliënten werkten.
Tot slot sprak de heer Klaas over een recente overwinning van het PILP in de zaak van etnisch profileren door de Nederlandse Vreemdelingenpolitie.
In Nederland stelde een campagne van Amnesty International vast dat mensen van kleur vaker worden geselecteerd voor politie- en grenscontroles. Namens twee individuele cliënten, Amnesty International, Control Alt Delete, RADAR en de Nederlandse afdeling van het ICJ, startte PILP een strategische rechtszaak, waarbij de hoofdcliënt altijd werd gecontroleerd en uit de grenscontrolelijn werd gekozen. De cliënt merkte dat alleen mensen van kleur uit de lijn werden gehaald. De grenspolitie betoogde dat ze dit mochten doen omdat ze op zoek waren naar terroristen en vluchtelingen. De cliënt werd een woordvoerder van de beweging om deze praktijken aan te vechten en om deze reden werd hij gekozen als hoofdcliënt in de strategische rechtszaak die door PILP was aangespannen.
PILP verloor de rechtszaak in eerste aanleg. De rechtbank oordeelde dat de selectie was gebaseerd op nationaliteit en niet op etniciteit. Dit was verbijsterend omdat de grenscontrole bij een controle als deze niet weet welke nationaliteit iemand heeft. De beslissing om iemand uit de rij te halen is gebaseerd op raciale stereotypen. Deze zaak werd vervolgens voorgelegd aan een hof van beroep. Hier moest PILP uitleggen waarom het vonnis van de rechtbank in eerste aanleg absurd was. Hiervoor moesten ze zich beroepen op argumenten gebaseerd op statistieken, politiek, koloniale geschiedenis en de rechtbank door art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens loodsen. Hiervoor was de betrokkenheid van een groot team met academici vereist.
In eerste instantie zag de zaak er niet rooskleurig uit, omdat PILP veel negatief geformuleerde vragen moest beantwoorden, zoals: “als het in hun belang is, mag je dan hun etniciteit gebruiken?”
Het vonnis werd echter in hun voordeel uitgesproken en dit was een overwinning, zowel juridisch als politiek. PILP koos ervoor om hun twee gekleurde cliënten het pleidooi te laten doen, niet als slachtoffers maar als woordvoerders. Dus ze pleitten bij de rechtbank waarom praktijken zoals ethisch profileren schadelijk zijn voor de maatschappij en dit had een enorme impact op het hof van beroep. Bovendien kreeg dit veel media-aandacht, wat goed was, want deze cliënten waren de perfecte mensen om een beter beeld van de kwestie te schetsen.
In deze zaak is geen hoger beroep ingesteld bij de Hoge Raad. Daarmee kwam er met de uitspraak van het hof in beginsel een einde aan etnisch profileren bij de grenspolitie in Nederland.